Interview met een kapster

28-07-2019

Jolanda Borgstein en José Hoek zijn kapster.

Waarom zijn jullie kapster geworden?

Jolanda: "Ik wilde altijd al kapster worden. Voor een deel zal dit te maken hebben met het feit dat ik zelf lastig haar heb; het vroeg altijd veel aandacht. Los daarvan was ik altijd al aan het kappen; ik zette op jonge leeftijd al rollers in bij familieleden en maakte op het schoolplein vlechten in het haar van klasgenootjes. Toch ben ik nog wel gaan twijfelen. Na de MAVO ben ik toch eerst de HAVO gaan doen zodat ik meer mogelijkheden had. Ik zag namelijk op tegen het werken op zaterdag. Ik was gek op ponyrijden en dat wilde ik wel blijven doen op zaterdag."

José: "Ook ik wilde eigenlijk altijd al kapster worden. En ook ik heb nog wel even getwijfeld toen ik na school tijdelijk in een bloemenwinkel kwam te werken. Dat vond ik ook heel leuk. Uiteindelijk ben ik toch kapster geworden en de bloemen zijn nu een hobby."

Welke opleiding hebben jullie gevolgd om kapster te worden?
Beiden: "De kappersvakschool. Dat was een stevige opleiding: vijf dagen per week van 8.30 uur tot 16.30 uur naar school. De stage was onderdeel van de opleiding: klanten kwamen naar school. Zo hadden wij oefenklanten en zij een, naar verhouding, goedkope behandeling. De opleiding duurde een jaar en in dat jaar kwam alles voorbij: dames knippen, heren knippen en speciale behandelingen. Het was een gedegen vakopleiding.

Tegenwoordig wordt het vak geleerd op een 3-jarige MBO-opleiding. Ondanks het feit dat deze dus twee jaar langer duurt, ervaren wij dat de kwaliteit is afgenomen. Als stagiairs hier in het tweede of derde jaar komen werken, moeten ze nog heel veel leren; een stage bij een ervaren kapper is dan ook echt nodig. Wel worden de MBO'ers van tegenwoordig breder opgeleid dan wij vroeger. Ze krijgen bijvoorbeeld ook taalvakken en administratie. Dat was bij ons niet het geval, de opleiding was echt gericht op het ambacht knippen en kappen.

Een opleiding waar dat ambacht nu nog echt centraal staat, is een vervolgopleiding na het MBO, de B academy. In een half jaar leer je daar 80% van alle behandelingen die je in het kappersvak tegenkomt."

Hoe zijn jullie in het beroep kapster terecht gekomen?
Jolanda: "Ik ben direct na de kappersvakschool aan het werk gegaan in een kapsalon."

José: "Dat geldt voor mij ook. Ik ben er nog wel een aantal jaar tussenuit geweest toen mijn dochter geboren is, maar inmiddels ben ik ook al weer een paar jaar actief."

Waarom zijn jullie voor jezelf begonnen?
Jolanda: "Ik ben hier naartoe gegroeid en nu ben ik waar ik altijd al wilde zijn. Tot 2000 heb ik in dienst bij andere kapsalons gewerkt met meer en minder succes. Ik heb het een tijd helemaal niet naar mijn zin gehad. Dat had alles te maken met de manier van werken in de kapsalon. Er werd zonder afspraak gewerkt en ik had voor mijn gevoel te weinig tijd en aandacht voor mijn klanten. Ik heb zelfs overwogen te stoppen.

Iemand wees me toen echter op een kapsalon waarvan ze dacht dat ik het beter naar mijn zin zou hebben. Ik heb gebeld en ben eigenlijk direct aangenomen. Dat was inderdaad een enorme vooruitgang. Werken op afspraak en een eigenaar die vrijheid gaf. Ik heb daar besloten nooit meer onder een andere bazin te werken. Toen ik er wegging ben ik dan ook voor mezelf begonnen. Eerst negen jaar als ambulant kapper en nu dus, sinds 2007, in deze kapsalon. Het fijne aan voor jezelf werken is de vrijheid; ik kan het doen zoals ik wil en denk dat het goed is. Zo ben ik op zaterdag niet open, maar op maandagavond wel weer. Dat geeft mij de mogelijkheid op zaterdag tijd met mijn dochter door te brengen.

Ook vind ik het persoonlijke contact met klanten belangrijk, ik zorg dus dat ik daar tijd voor heb. Daarbij vind ik alle bijkomstige werkzaamheden, zoals administratie, niet vervelend. Op deze manier werken is voor mij echt iets waar ik van gedroomd heb. Ik zou het niet anders meer willen."

José: "Ik werk niet voor mezelf, maar ben in dienst bij Jolanda. Dat bevalt mij juist weer heel goed. Ik zou niet voor mezelf willen werken. Ik wil niet meer de hele week werken en een eigen zaak zou voor mij te veel verantwoordelijkheid zijn. Ik wil graag écht vrij zijn als ik niet werk."

Jolanda: "Het fijne aan voor jezelf werken is de vrijheid; ik kan het doen zoals ik wil en denk dat het goed is"

Kunnen jullie een gemiddelde werkdag beschrijven?
Beiden: "We gaan om 8.30 uur open voor de eerste klanten. De koffie is dan al klaar en de spullen staan ook klaar. Tot 12.15 uur hebben we achter elkaar klanten met tussendoor een koffiepauze. De meest voorkomende behandelingen zijn wassen, knippen, verven en föhnen. Permanenten komt nog maar heel weinig voor, misschien tien keer per jaar. Ook watergolven wordt steeds minder; het zijn vooral oudere dames die dat nog willen. Ons klantenbestand is gemiddeld 40-45 jaar oud en bestaat uit meer dames dan heren.

Tussen de middag pauzeren we een half uur. In de middag werken we dan weer door tot 17.45 uur en drinken halverwege weer koffie of thee. Gemiddeld zijn we een half uur per klant bezig. Als er een stagiair is, plannen we meer klanten in. De stagiair kan dan al het voorbereidende (wassen) en afrondende werk doen, dat scheelt.
Al met al is het fysiek een behoorlijk zwaar beroep. Wel is er de afgelopen twintig jaar veel verbeterd in de arbeidsomstandigheden. Er zitten minder chemicaliën in de producten waar we mee werken en er zijn er goede afzuigsystemen gekomen. Daarbij werken we tegenwoordig ook met fietskrukken. Dat zijn krukken met vijf wielen en een fietszadel. Met die krukken hoeven we niet meer de hele dag te staan, maar kunnen deels ook zittend knippen."

Welke competenties zijn belangrijk in jullie beroep?
Beiden: "Creativiteit is essentieel in ons vak; je moet kunnen zien en aanvoelen wat bij een klant past. Het is een kwestie van gevoel voor het vak hebben en ook van ervaring opdoen.
Je moet ook goed kunnen luisteren en communicatief vaardig zijn. En je moet het fysiek wel aankunnen."

Wat is de grootste uitdaging in jullie beroep?
Beiden: "De klant blij en tevreden de deur uit laten gaan. Soms houdt dat zelfs in dat je iets geknipt hebt waarvan je vindt dat het eigenlijk niet bij de klant past, maar als hij of zij dat per se wil, doen we het uiteraard toch. Sommige klanten, zo'n 20%, weet daarentegen juist niet wat ze willen. We adviseren dan en als klanten het eng vinden om iets te proberen zegt José altijd: "Doe het gewoon. Het groeit altijd weer aan." Bijna altijd bevalt het en zijn klanten blij verrast.

En als de klant tevreden is, zijn wij het ook. Heel soms komt een klant na een dag wel eens terug omdat iets toch niet naar wens is. Dat vinden we niet erg. Nog sterker, we zijn er juist blij mee; een klant die terugkomt is een klant voor het leven."

"Creativiteit is essentieel in ons vak"

Wat maakt het beroep van kapster aantrekkelijk?
Beiden: "Het contact met de klanten; wij hebben echt alleen maar leuke klanten. Ook de creativiteit, de afwisseling en de vrijheid maken het vak voor ons heel aantrekkelijk.
Uit Engels onderzoek is gebleken dat het kappersvak de beroepsgroep is die met het meeste plezier naar haar werk gaat. Dat herkennen wij allebei. We gaan nooit met tegenzin naar het werk, ook niet na de vakantie."

Wat zijn de minder leuke kanten van het beroep kapster?
Beiden: "Die zijn wat ons betreft salongebonden. Wij vinden op afspraak werken verreweg het prettigst. Je hebt dan de tijd voor klanten en voelt geen druk omdat er veel zitten te wachten. In salons waar zonder afspraak gewerkt wordt ligt de norm soms op zes klanten per uur; dan schiet echte aandacht er wel bij in. Voor ons dus geen salon waar zonder afspraak gewerkt wordt.
En de onderlinge werksfeer is heel belangrijk. In sommige kapsalons is sprake van veel onderlinge jaloezie en van roddel en achterklap. Dat ligt ons dus absoluut niet."

Welk advies zouden jullie mensen die kapster willen worden geven?
Beiden: "Weet zeker dat dit echt is wat je echt wilt. Het is hard werken en er komt veel bij kijken; realiseer je het totaalplaatje. Begin er niet aan als het iets is wat je wilt proberen, dan red je het niet. Je moet het echt in je hebben."

Hoe zien jullie de toekomst van het beroep kapster?
Beiden: "Voor goede kappers en kapsters zal altijd een markt zijn, voor zowel mannen als vrouwen. 80% van de kappers is nu nog vrouw, maar er komen wel steeds meer mannen in het vak. En die zijn niet, zoals vaak aangenomen wordt, allemaal homoseksueel.
Het vak is aan mode onderhevig en ontwikkelt zich steeds. Zo zie je nu bijvoorbeeld weer meer barbershops komen, waar je als man ook je baard kunt laten scheren. Het mannenvak is sowieso weer trendy, wat erg leuk is. Als je op vakantie gaat naar Turkije ben je wat dat betreft echt in een walhalla; de mannen zijn daar zo goed gekapt, daar kunnen we hier nog wel iets van leren. Dat is heel inspirerend om te zien. Wellicht gaan wij daar ook wel meer mee doen."

Wat zouden jullie doen als je geen kapster zou zijn?
Jolanda: "Ik kan me er niet veel bij voorstellen, maar mogelijk zou ik dan de horeca ingaan."

José: "Dan zou ik waarschijnlijk alsnog het bloemenvak ingaan of een ander creatief beroep doen."

Wat was je droomberoep als kind?
Jolanda: "Kapster."

José: "Kapster."

Over JoJo's hairstyling
JoJo's staat voor de nieuwste haarmode, een mooie kapsalon, persoonlijke aandacht, kwaliteit en service.
Er wordt op afspraak gewerkt. JoJo's is geopend op maandagochtend en -avond en dinsdag, donderdag en vrijdag de hele dag. Kijk eens op www.jojoshairstyling.nl.

Interview door freelance interviewer en portretschrijver Patty van Ziel (@PattyvanZiel, LinkedIn Patty van Ziel)


Terug naar het overzicht

Zoek een ander beroep